Nanotechnologie is een verzamelnaam. Het verwijst naar toepassingen en technieken die werken op een schaal van 1 tot 100 nanometer. Nanotechnologie maakt het mogelijk om te werken op het niveau van moleculen en atomen. Een nanometer is een miljardste meter.
Nanotechnologie wordt een enabling technology genoemd. Dat wil zeggen, dat het vele nieuwe toepassingen mogelijk maakt. Nanotechnologie geeft ons de mogelijkheid om zelfs de kleinste deeltjes van atomen te omringen met een vuil- en waterafstotend middel. Nanodeeltjes hechten zich aan het oppervlak, waardoor andere stoffen hierop geen grip meer krijgen. Er vormt zich een ultradunne, glasachtige laag, die een extreme houdbaarheid garandeert. De nanowerking wordt ook wel lotuseffect genoemd, omdat de bladeren van de lotusbloem zichzelf schoonhouden en op dezelfde manier ongevoelig zijn voor vocht en vuil. Het lotuseffect wordt veroorzaakt doordat het oppervlak waterafstotend is. Daarbij spelen de termen hydrofiel en hydrofoob een grote rol. Om nu te bepalen of een stof hydrofoob of hydrofiel is kan gekeken worden naar de contacthoek van de druppel ten opzichte van het materiaal.
- Wanneer een waterdruppel op het materiaal ligt, zal het normaal uitvloeien over het oppervlak zoals hieronder is te zien in figuur c.
- Wanneer het materiaal hydrofoob is, zal de druppel zijn vorm grotendeels behouden om zo min mogelijk contact met het oppervlak te maken. Hierdoor ontstaat een figuur als bij b.
- Indien het materiaal behandeld is zodat er een lotus-effect ontstaat, betekend dat het oppervlak extreem hydrofoob is. De druppel maakt zo min mogelijk contact en blijft een ronde druppel als bij figuur a.
Met deze technologie is het mogelijk oppervlakken permanent water- en olieafstotend te maken. Hierdoor hecht vuil veel minder sterk.